Kloeke stappers
Wij zijn fan van de welkbekende Wielrijdersbond. Men verkoopt in de lokale winkel van dit inmiddels megagrote bedrijf divers goed, vooral kleding maar ook reisverzekeringen en boekjes over allerlei denkbare bestemmingen. Onze dochter, steeds modieus gekleed en zelfs in het bezit van kekke hardloopschoenen, meent dat de gevel van die zaak moet worden voorzien van de slogan: “Kleding voor mensen die nooit seks hebben”.
Nu, het moet gezegd: bedoelde shop wordt bijna uitsluitend gefrequenteerd door lieden die hun pensioengelden meebrengen. Daarbij deinzen deze grijsaards er niet voor terug om zich als stel in precies dezelfde vrijetijdskleding te steken. Dat gaat mijn eega en ik te ver. Hoe het ook zij, de soms wat zure bejaarden die hun belachelijke zuurstokkleurige helmpjes voor een spiegel keuren, het gekeutel met regenkleding en slippers voor in de caravan: wij worden er iebel van.
Enfin, mijn een decennium geleden gekochte ANWB-wandelschoenen vertoonden slijtage, waarna de wederhelft mij tipte dat die club een stel kloeke stappers van mijn maat in de uitverkoop deed. Gecombineerd met onze goldcard – zeg ik met enige gêne – was ik voor vijf tientjes klaar. Als echte Hollanders zochten wij de adviesprijs op, die drie keer hoger was.
Het was tegen sluitingstijd dat ik mij meldde bij een dame die in de winkel bezig was de chaos aan kleding, achtergelaten door de grijze golf, op de geëigende plek te hangen. Ik kwam evident op een tijdstip, dat haar niet paste. Na haar enige tijd
aangestaard te hebben mocht ik zeggen waarvoor ik kwam, zij liep een kast in en haalde een doos tevoorschijn die zij mij zwijgend overhandigde. Ik paste het paar en liep over het in de winkel aanwezige plastic parcours van hobbels, bobbels en gaten. “Ze passen” mompelde ik. “Wilt u ze hebben?” vroeg het mens. Een merkwaardig vraag, eigenlijk had ik moeten repliceren met de opmerking “Nee bedankt, ik koop altijd schoenen die twee maten te klein zijn.” Afgerekend en inmiddels laat ik op die bergschoenen onze honden uit. We willen namelijk nog wel eens door een bos lopen.
TEKST: ERIK ENDLICH