Clubtrouw
Ons kikkerland staat bekend om de vele clubs, verenigingen en andersoortige verbanden waarbinnen ontelbare burgers actief zijn. Elders in de wereld kent men dat fenomeen ook, maar dan gaat het over voetbal dan wel betreft het een serviceclub zoals bijvoorbeeld de Lions. Maar bij ons is de clubdichtheid veel groter dan elders.
Vroeger was het nog erger, als ik dit zo noemen mag. Men verzamelde op manische wijze suikerzakken, sigarenbandjes, speltjes en de welbekende postzegels. Er was wekelijks wel ergens een beurs die uitpuilde van de fanatieke verzamelaars. Nu, deze vorm van vrijetijdsbesteding is inmiddels passé en wordt nog slechts bedreven door autisten, die in achterkamertjes keer op keer de eigen collectie ordenen.
Ook oude doos zijn spellen zoals sjoelen en mens-erger-je-nieten, die eveneens tijdsens hoogtijdagen in hallen door duizenden werden beoefend. Mijn eega, een tiener nog, sjoelde des zondags met haar ouders en oma en wel op zeer fanatieke wijze. Na jaren van deze vorm van huisvlijt vond men het tijd worden om de inmiddels verkregen bedrevenheid in een groter verband te beproeven. Aldus toog men naar een ander deel van Enschede, waar zij toen woonden: in de Diekmanhal vond er een toernooi plaats.
De veronderstelling dat de wederhelft en haar familie daar potten zouden breken leed ernstig schipbreuk: ze werden weggespeeld alsof ze de sport voor het eerst bedreven. Mijn vrouw en schoonfamilie zijn meen ik na deze desillusie overgegaan op een wekelijkse pot kwartetten. Dit kaartspel is nimmer in groter verband gespeeld.
De beschreven beproeving ziet men overigens vaker in verenigingsverband. In die min of meer inteeltachtige ambiance wordt de plaatselijke held – sporter of anderszins – op het schild gehesen, waarna de gedachte postvat dat de club als het ware een supertalent heeft gebaard. Hij dan wel zij steekt met kop en schouders uit boven de stumpers en houten klazen uit het clubbestand.
Verwachtingsvol laat men bedoeld juweel los in een competitie die boven het lokale niveau uitstijgt. Vervolgens ziet men de gekoesterde held in het zand bijten: het is zogezegd brandhout, deze bakt er niets van, men valt door de mand en zo meer.
De moraal: blijf vooral uw club trouw.
TEKST: ERIK ENDLICH